Ik heb mijn hele motor gereviseerd met behulp van "How to restore 2CV "
Maar nu heb de oliekeerringen van de krukas vervangen.
De voorste lijkt me goed te zitten, maar hoever moet ik de achterste door duwen??
Hij zit nu ongeveer 1/2 cm diep, dan voel ik een beetje weerstand. Zover zit hij ook op de foto in het boek, maar hij zou volgens mij nog iets verder kunnen zodat hij tegen de wand van de motor aankomt.
Dus vraag : Moet ik hem helemaal door duwen, of laten zitten zoals hij nu zit??
Achterste oliekeerring
-
- Regelmatige poster
- Berichten: 241
- Lid geworden op: di 26 mei, 2009 21:44
- Locatie: Scherpenzeel
- Boudewijn
- Veelvuldig poster
- Berichten: 1870
- Lid geworden op: wo 6 jun, 2007 10:13
- Locatie: Wijchen
- Contacteer:
Dit is wat de "Vraagbaak" er over schrijft:
Breng de (nieuwe!) achterste oliekeerring aan. Smeer de boring en de buiten-
omtrek van de keerring in met vet.
Plaats de keerring met referentienummer en fabrikantennaam richting motor.
Gebruik een stempel, zo mogelijk MR. 630-34/25 voor de A 79/1 motoren en
de 3607-T bis voor de M 28 en M 28/1 motoren. Smeer de binnenste conus
van de stempel met motorolie.
De kraag van de keerring moet tegen het motorhuis aanliggen in de groef.
Breng de (nieuwe!) voorste keerring aan. Smeer de buitenrand van de keer-
ring en de boring in met vet.
Plaats de keerring met nummer en fabrikantennaam naar de motor gericht.
Gebruik als stempel een pijp met de volgende maten: buitendiameter 45 mm,
binnendiameter 31 mm en lengte ± 100 mm.
De keerring moet maximaal 0,5 mm binnen het motorhuis vallen. Let erop dat
u de opgezuiverde lip van de keerring niet beschadigt.
Volgens "Querschnitt" mag de oliekeerring 0.5 mm buiten het motorhuis uitsteken.
Ik zou ze gewoon gelijk houden met de buitenzijde van het motorhuis.
Breng de (nieuwe!) achterste oliekeerring aan. Smeer de boring en de buiten-
omtrek van de keerring in met vet.
Plaats de keerring met referentienummer en fabrikantennaam richting motor.
Gebruik een stempel, zo mogelijk MR. 630-34/25 voor de A 79/1 motoren en
de 3607-T bis voor de M 28 en M 28/1 motoren. Smeer de binnenste conus
van de stempel met motorolie.
De kraag van de keerring moet tegen het motorhuis aanliggen in de groef.
Breng de (nieuwe!) voorste keerring aan. Smeer de buitenrand van de keer-
ring en de boring in met vet.
Plaats de keerring met nummer en fabrikantennaam naar de motor gericht.
Gebruik als stempel een pijp met de volgende maten: buitendiameter 45 mm,
binnendiameter 31 mm en lengte ± 100 mm.
De keerring moet maximaal 0,5 mm binnen het motorhuis vallen. Let erop dat
u de opgezuiverde lip van de keerring niet beschadigt.
Volgens "Querschnitt" mag de oliekeerring 0.5 mm buiten het motorhuis uitsteken.
Ik zou ze gewoon gelijk houden met de buitenzijde van het motorhuis.